Sinds een paar weken heb ik weer ergotherapie. Ik liep ontzettend aan tegen mijn geringe belastbaarheid. Niet alleen ik maar thuis ook, want die krijgen de onterechte volle laag van mij als mijn energie laag is. Alles kost me namelijk fysieke inspanning en energie. Bij de revalidatie ben ik ook aan de slag gegaan met mijn energiehuishouding, maar toen had ik nog meer fysieke beperkingen waardoor een deel ook anders was. Nu merkte ik dat ik, net als een jaar geleden bij het re-integreren op het werk, in m’n reserves begon te komen. En dat vraagt fysiek en mentaal zoveel van me, dat had ik er nu niet meer voor over. Maar hoe moet ik dat dan aanpakken? Dus de hulp ingeschakeld van een ergotherapeut.
Bij de intake vraagt hij mij wat me heeft doen besluiten om hier nu mee aan de slag te gaan. Nou, de zomerperiode gaat goed, omdat dan minder moet en er meer rust is. Hierdoor kan ik veel beter keuzes maken in welke fysieke activiteiten ik wel of niet doe en eenmaal op vakantie zijn er ook minder sociale activiteiten. Na de vakantieperiode start alles weer op. Er word meer van me verwacht, er moeten meer dingen, en dan is het weer zoeken naar een goede modus.
Daarnaast vraagt het reilen en zeilen thuis mij al meer dan genoeg. Ik verveel me dan ook helemaal niet en kom de dagen goed door. Alleen mis ik heel erg een zinvolle daginvulling. Ik ben gewoon nooit een huisvrouw geweest en mij maak je ook niet blij met huishoudelijke taken. Ik doe ze, maar ik haal daar geen voldoening uit en het zijn voor mij meer moetjes.
We praten verder over wat ik dan op een dag doe. Dat zijn vooral fysieke activiteiten (huishouden, afspraken) met korte ontspanning tussendoor en een groot rustmoment tussen de middag. Doordeweeks gaan de jongens naar school en kan ik de tijd beter indelen, maar in het weekend is het vrijer en zijn er leuke dingen te doen. En ik ben enthousiast, vind veel leuk en zorg daarom veelal dat de activiteit of handeling dan passend is gemaakt voor mij. Dat vraagt weer veel denkwerk. Dus ik ben aan het einde van de week aan het bijkomen van de week en op maandag aan het bijkomen van het weekend. Dat is geen goede balans.

De ergotherapeut geeft aan dat mijn lijf onvoldoende tijd heeft om te herstellen. Mijn basis is al minder dan een gezond persoon, maar ik maak het door de hoeveelheid van inspanning alleen maar groter. Dan krijg ik iedere keer het besef en word ik iedere keer geconfronteerd met iets wat niet kan of gelukt is en mijn beperkingen in plaats van wat mij energie geeft en gelukkig maakt. “Loslaten van wat was”, zei hij. Toepasselijk voor het herfstseizoen wat gaat komen.
Dus we gaan aan de slag met mijn energiehuishouding en vanuit daar volgt een zinvolle daginvulling. Eerst moet de basis goed zijn. Ik krijg meer inzicht in wat mij dan energie kost en wat mij energie oplevert, leer om meer bewust te zijn welke activiteiten ik doe en dat niet alles tijdgebonden is, dat er soorten activiteiten zijn (fysiek en mentaal), ontspanningsmomenten meer moet gaan verdelen over de dag, nagaan wat voor mij ontspannende activiteiten zijn en dat er gedurende de dag en week dingen zijn die moeten en die ik graag wil doen, hoe ga ik daarmee om en mezelf meer af gaan vragen: ‘Moet ik dit nu doen?’
“Een structuurverandering”, zegt de ergotherapeut. “En dat heeft tijd nodig”. Ik merk in deze weken al dat het een intensief proces is. Dat is goed en soms ook confronterend. Er wordt volop op mezelf ingezoomd, maar het is dan ook hard nodig. Komende tijd blijven we hiermee verder gaan en wel met de toepasselijk titel ‘Niet rennen maar plannen’. Dus heb voor dat plannen alvast een grote agenda gekocht. En dat heb ik niet rennend gedaan, hoor ;-).